Joris en de Pimpelmees
Muisje Joris kan wel dansen, zo blij is hij: mama heeft gezegd dat hij naar buiten mag om te spelen! De zon schijnt en de vogels fluiten. Joris springt en rent en maakt koprollen. Dan ziet hij een kleine vogel naar binnen vliegen in een vogelhuisje. Nieuwsgierig denkt Joris 'wat zou er in dat vogelhuisje zitten?'. Hij begint naar boven te klimmen..... Als dat maar goed gaat.
Joris heeft mama alles verteld over zijn avontuur in de raket. Hij vloog eerst naar de gouden ster waar hij Pandabeer vond. En daarna zijn ze samen naar China gevlogen! Joris had nog wel veel langer in China willen blijven, maar mama riep hem om te komen eten. En een bord met stamppot kaas is voor een muisje erg lekker. De bamboetakken die Pandabeer aan het eten was, vond Joris maar niks.
De volgende dag is Joris weer uitgerust. Wat zal hij vandaag eens gaan doen? Zal hij zich gaan vervelen, of weer met z’n raket gaan vliegen of verstoppertje met z’n broertjes en zusjes spelen? ‘Joris!’, roept mama, ‘je mag vandaag buiten spelen’. Dat hoeft mama geen twee keer te zeggen. Hij eet snel wat zonnebloempitjes en rent dan de tuin in. De vogels fluiten en er zitten al heel veel nieuwe blaadjes aan de bomen! De zon schijnt en Joris wordt zo blij! Hij rent door de tuin en maakt sprongetjes en koprollen. Dan ziet hij een vogeltje vlakbij het vogelhuisje. Het vogeltje kijkt in het rond en vliegt dan het vogelhuisje in. Het is een pimpelmees. Zou pimpelmees een nestje aan het maken zijn in het vogelhuisje? En zouden er al eitjes in het nestje liggen? Joris wordt heel erg nieuwsgierig. ‘Wat zit er in het vogelhuisje?’, denkt hij. Joris wil heel graag gaan kijken. Maar hoe komt hij bij het vogelhuisje? Dat zit hoog op de schutting. Joris kan heus wel klimmen, maar hij vindt het ook een beetje eng. ‘Kom op Joris! Niet bang zijn!’, zegt hij tegen zichzelf.
Joris begint te klimmen, pootje voor pootje, takje voor takje. Maar de wind waait tegen z’n lijfje en tegen de takken en Joris begint te wiebelen. Hij houdt zich stevig vast en klimt steeds hoger. Joris kijkt omhoog: nog een klein stukje dan is hij bij het vogelhuisje. Nog één stapje….. maar dan….. ‘WOESHHHH’ waait de wind en Joris valt naar beneden….. Arme Joris, hoe zal dat aflopen?