Week 1
Midden in het veld staat een huisje. Het is geen gewoon huis. Het lijkt ook helemaal niet op een gewoon huis, met een deur, ramen en een dak. Het lijkt wel op een grote kist. Als je dicht bij het huis staat, kun je horen wie er in het huis wonen ‘zzzzzzzzzoem, zzzzzzzzzzoem’. In het huis wonen bijen. Het is een bijenhuis. En in dat bijenhuis zijn heel veel kamertjes, wel honderd! In sommige kamertjes wonen larfjes, dat zijn babybijtjes. In andere kamers zit honing. En in één van die kamertjes ligt een eitje, een bijeneitje. Wie zorgt er voor dat eitje? Dat doet Wilma de werkster. Ze let goed op wanneer het larfje geboren wordt. En wie heeft die eitjes gelegd? Dat heeft de grote bijenkoningin gedaan. Het zal niet zo lang meer duren voordat het larfje uit het eitje kruipt. Na 1, 2, 3 dagen…. gaat het eitje open en kruipt er een klein bijenlarfje uit. Hoera! Het larfje is geboren!